Nederlandse naam: Hollandse goudiep.

Bladkleur: goudgeel.
Bloemkleur: geel.
Hoogte: 4,00 m - 5,00 m.
Bloeitijd: J F M A M J J A S O N D.
Groeivorm: zuilvormig.
Entplaats: onderaan.
Leverbaar: uit volle grond - met blote wortel.

Toepassing en gebruik: zeewindbestendig - bladplant - bloemschikken - snoeibaar - bijenplant - herfstverkleuring.

Licht: zonlicht - halfschaduw.
Bodem: humeus.
Vochtigheid: doorlatend.
Zuurtegraad: neutraal.

Omschrijving: Deze zuilvormige iep heeft goudgele, ietwat gekrulde bladeren en is traaggroeiend. Deze soort vormt een hoge rechtopgaande boom. Binnen deze soort zijn wat kruisingsvarianten ontstaan, waarvan de Goudiep van belang is om te vermelden. Over het algemeen heeft de iep veel te lijden van de zogenaamde iepenziekte. Over het algemeen is daar weinig tegen te doen. De bloei ligt veelal in de maanden maart en april. Deze variëteit vormt een kleine boom met een compacte zuilvormige kroon. Het goudgele blad is lichtjes gekruld. Ulmus hollandica (x) 'Wredei' is nog vaak in de literatuur terug te vinden onder Ulmus carpinifolia 'Wredei'. Deze gele iep is een kleine zuilvormige boom met opvallende geel-groene ovale bladeren. De iep is goed te herkennen aan de scheve bladvoet. Een winterkale boom heeft kale twijgen en knoppen. Op jeugdige leeftijd groeit de gele olm weliswaar smalopgaand, bijna piramidaalvormig, maar op latere leeftijd hebben ze de neiging met een brede 'buikvorm' uit te groeien. U kan dat bijsturen door regelmatig bij te snoeien.